Kruidenspiraal bij Anja Krol

Op een van die laatste mooie herfstdagen waar de boomkronen in vlammende kleurschakeringen afsteken tegen de intens blauwe lucht reden Karla en ik naar Anja Krol in de Ooij. Karla was er al eens geweest  en wist de weg. Het huis en de tuin van ruim een halve hectare ligt wat lager. Het land is praktisch helemaal omsloten door dijken en ligt op die manier als in een veilige kom natuurlijk beschut.
Even later zitten we in de woonkeuken met uitzicht op de voortuin. Voor ons een stuk versgebakken appeltaart en een kop koffie met ongezoete amandelmelk. Het gesprek gaat al gauw over de sociale permacultuur waar Anja zich in heeft verdiept en over een cursus natuurlijk organiseren die ze gaat volgen. Omdat ik de beginner ben binnen het eetbaar-team kan ik het gesprek maar met moeite volgen. Ik heb me er bij neergelegd. Ik ga op een natuurlijke manier in de wereld van de eetbare tuin groeien: sinds juni ben ik de trotse eigenaar van een kruidenspiraal. En dit bouwsel in mijn voortuin is ook de aanleiding van ons bezoek.  Ik wil graag weten hoe de kruidentoren van Anja er bij staat.

Gauw wordt me duidelijk dat Anja een stoere vrouw uit één stuk is die pleit voor een zo veel mogelijk zelfvoorzienend leven. Naast haar moestuin en fruitboomgaard (een beginnend voedselbos) heeft ze verschillende activiteiten: zo heeft ze bijvoorbeeld al 8 imkers begeleid. Ze houdt ook zelf 5 bijenvolken waarvan een volk voor de vrijwilliger. Ik hoor iets over drachtplanten. Nooit van gehoord! Het blijken planten te zijn waar bijen van houden en waar ze hun honing en stuifmeel vandaan halen, zoals lindebomen, tijm en lavendel. Ik krijg gelijk een boek voor mijn neus: ‘Permacultuur in je moestuin’ van Christopher Shein en Julie Thompson waar ook een bladzijde aan deze planten is gewijd.  Ik zie op bladzijde 195 ook een heel verhaal  over de kruidenspiraal. Anja vertelt  ondertussen over haar bezigheden. We krijgen een glas water. “Gewoon uit de kraan. Maar geen gewoon water: dit water is gevitaliseerd. Ik zal je zo meteen laten zien waar dit gebeurt.” legt ze me uit als ik er vragen over begin te stellen. In haar huis is een vitalisator bij de watermeter in de kelder geïnstalleerd. Ze vervolgt haar conversatie met Karla waarbij nieuws en namen uitgewisseld worden. Ik luister geïnteresseerd. “Mijn tuin is mijn heiligdom. “ verklaart ze mij. “Elke dinsdag wordt er in de moestuin gewerkt”. Vaak krijgt ze op deze dag hulp van bekenden. Bladeren en tuinafval gaan op de composthoop, de bedden worden bewerkt en in deze tijd van het jaar worden de planten beschermd tegen de winterkou.
 

De kruidenspiraal is ook gebouwd met grond uit de composthoop. Maar er moet wel bij gevoed worden. Lavameel – Anja vertelt er opgetogen over – vind ik een prachtig natuurproduct. Lavameel is oergesteentemeel uit vulkanen, bv. uit Duitse vulkanen in de Eifel, rijk aan silicium, calcium, magnesium en sporenelementen (fosforverbindingen, boor, zink, koper en nikkel). De werking komt tot stand in samenspel met het bodemleven en organische stof.Wellicht dat lavameel ook bepaalde ziektes, bv. grauwe schimmel op de plantenbladeren helpt te onderdrukken doordat het op de bladeren een waterafstotende werking heeft.

Daarnaast is mulchen voor planten ook goed. Mulchen is een woord dat in mijn oren gezellig klinkt maar om te weten wat deze bezigheid precies inhoudt moet ik er toch even het woordenboek op naslaan: mulchen blijkt verschillende betekenissen te hebben: 1. De bodem van je tuin bedekken met organisch materiaal, 2. De plantplaats afdekken met organisch materiaal (gras, mest, schors), 3. Het laten rotten van gras om op deze wijze de bodem te voorzien van organische stoffen. Bij navraag wordt er hier bedoeld: het bedekken van planten met organisch materiaal. het onkruid krijgt door het mulchen minder kans om te groeien.

De tuin is begonnen te ontstaan in 2010, nu zo’n 5 jaar geleden. In het verlengde van de permaculturele gedachte bedien je je hoofdzakelijk van materiaal dat in je directe omgeving te vinden is. Daarom gebruikt Anja behalve lavameel ook afvalriet vermengd met paardenmest op de bedden. Het rietdekkersbedrijf is praktisch om de hoek  en de stengels die over zijn komen zo in de tuin terecht. Op de paden is rietafval ook prima te gebruiken,  houtsnippers kan ook maar let op stikstofgebruik zegt Anja.

We lopen de voortuin in naar de kruidenspiraal. Die mag inderdaad een kruidentoren worden genoemd. Het is een flink object, wel vier keer zo groot als die in mijn voortuin: deze is ovaal van vorm en heeft een doorsnede van 3 x 2,5 meter met een hoogte van ongeveer 1,5 meter. “Hij is gebouwd in 2010 of 2011 en hoorde bij een project van de permacultuur opleiding”, vertelt Anja. Ik begrijp dat de kruidenspiraal dus ongeveer het begin is geweest van de driehoek: tuin-Anja-natuur.

Opvallend zijn de stenen waarmee hij gebouwd is: flinke keien helemaal uit Koblenz. Op de onderste verdieping vinden we: citroen melisse, salie, munt, tijm, peterselie en laurier. De salie wordt elke dag vers geplukt voor de thee. “In het begin was het even wennen aan de intensieve smaak maar nu drink ik het elke dag. Salie is o.a. ontsmettend, reinigend en slijmafvoerend.” Legt Anja uit. Een Engelse volkswijsheid zegt: “He that would live for aye’must eat sage in may.”(Ik moet zeggen dat in mijn kruidenspiraal de salie een van de dankbaarste planten is. Hij heeft het zichtbaar naar zijn zin. Bij mij staat hij op de noordoostkant, waar door de ligging van mijn huis minder zon komt.) Op de eerste verdieping vinden we verbena, een kruid dat ik ook wel zou willen hebben. Je zet er samen met munt een lekkere thee van. Daarnaast de maggiplant. Als je wat van deze plant bij je azijn doet gaat hij zoetig smaken. Die sterke maggiplant is in het eten op vele manieren te gebruiken. Hij kan met gemak dat vierkante bruine flesje met de smalle hals verslaan. Daarnaast staat de bieslook en de rucola. Deze lekkere haast woekerende sla gedijt ook goed in de schaduw.

Op de tweede verdieping prijkt de selderij met uiteraard de rozemarijn en de tijm. Het microklimaat van de toren is bovenop het droogst. Aardbeien heeft Anja niet in de toren gezet. Die staan in de aparte aardbeientoren, helaas te veel in de schaduw achter een boompje. De vorm is ook ovaal. Ze geven niet zoveel oogst hoewel er bieslook tussen staat om ziektes tegen te gaan.  Ik vraag waar haar vijver is. Want die hoort er wel te zijn dacht ik: aan de noordzijde van de spiraal daar waar hij begint. Maar Anja heeft geen vijver, ook geen speciemengbak die ingegraven tot de rand dienst doet als kleine vijver, zoals bij mijn eigen spiraal. Ze heeft de vijver bij de kruidenspiraal weggehaald omdat er teveel larven van de muggen in groeiden. Soms moet je de plannen bijstellen en je een beetje aanpassen aan wat de natuur levert.

Dan lopen we verder naar de tuin want daar is veel meer over te vertellen. Anja heeft duidelijk een emotionele band met haar stukje grond. Ze wil geen agressie in haar tuin. Het mooiste is dat alles geweldloos en zonder dwang groeit. Je moet het loslaten, de natuur komt zelf met een oplossing en soms moet je een beetje sturen en je acties aanpassen. In het begin had ze een kippentractor. Een aantal kipjes voedde zich met wat er op een afgepast stukje weide te vinden is: zaadjes, gras, blaadjes insecten en wormen. Daarbij bemestten ze datzelfde stukje. Na een poosje werd de tractor verplaatst en bewerkten de ijverige scharrelaars een nieuw groen stukje. Ik kan me voorstellen dat Anja heftig ontdaan was toen op een ochtend alle kippen verspreid op de grond lagen. Doodgebeten door een plunderende vos. Hiermee werd het kippenavontuur afgesloten.  Daarna – Anja had inmiddels een cursus composteren gevolgd-  kwam een periode dat er in het paradijsje enkele welbekende nachtelijke knagers zaten. De beestjes waren aangelokt door het verse keukenafval op de composthoop. Zij werden op hun beurt aangepakt door een felle rover die dol is op ratten- en muizenvlees: een bunzingmoeder die met haar kroost een onderkomen had gevonden bij de houtvoorraad. Zo ontstond er  weer een natuurlijk evenwicht waarnaar gestreefd wordt. Een andere mogelijkheid  om de harmonie te herstellen en ratten en muizen weg te houden is het ophangen van vogelkasten voor bijvoorbeeld de torenvalk.  Bij de bijen mag ik met mijn hand de warmte voelen die de bijen produceren. De bijenvolken zijn nu niet zo actief omdat de winter eraan komt. Ik zie een paar bijen wriemelen onder de glazen plaat. De honingraten zijn goed te zien. De kasten zijn naast de moestuin geplaatst zo dat ze in de zomer op de warme uurtjes in de schaduw staan. En in het zicht zodat Anja de bijen kan observeren en er vanuit de moestuin van genieten kan. “De moestuin houd ik kleinschalig, ik varieer veel in groentes. Daar moet je niet moeilijk over doen. Wat wel belangrijk is: investeer in je grond. Zorg ervoor dat er geen zwarte aarde meer te zien is. En ga de grond natuurlijk bemesten.”

Anja heeft een cursus energetisch tuinieren gevolgd. Het doel van het op een energetische manier bezig zijn met je tuin is dat je er jouw eigen harmonie in creëert. Bij het inrichten van je tuin ga je af op je gevoelens. Ik kan dit ook zien in Anja’s tuin: het is helemaal haar paradijs met de abrikozen- en amandelboompjes naast elkaar in het grasveld achter de moestuin. “Deze bomen”, vertelt ze,“zijn niet alleen een mooie combinatie bij het bloesemen in de lente. Ze geven bij volle maan ook vrouwelijke energie.” Er staat verderop ook een Gingko Biloba boom die gekocht is in Weimar waar Goethe (niet alleen groot schrijver en dichter maar ook geïnspireerd door de natuur en alles wat groeit en bloeit). “Deze boom is goed voor de hersenen: hiertoe zet je van de bladeren thee.” Aan het einde van de tuin staat een hoge schaduwrijke mammoetboom. We leggen onze handen op de ruwe bast van deze reus en voelen na een poosje de onophoudelijke sapstroom. Deze energie stroomt via mijn handpalmen mijn lichaam in en ik ben een ogenblik onderdeel van deze natuurkracht.  Een aantal meter verderop heeft Anja een tiental bomen in een cirkel geplant. Het middelpunt van deze cirkel bezit extra veel energie. Over energie gesproken: Anja heeft in de werken van de Siberische Anastasia gelezen dat de zaden krachtiger zijn wanneer je ze voor het planten even in je mond stopt en ze goed bevochtigt met je speeksel. “Dat werkt echt!” zegt ze, “De planten die uit zulke zaden kwamen waren duidelijk steviger en groter!”

We werken nog een uurtje in de moestuin en dan moeten we er van door. Anja heeft pompoensoep voor ons gemaakt maar die slaan we beleefd af. Jammer, want die geurende oranje soep is een van mijn lievelingsgerechten. Meteen komt Anja aanzetten met twee potjes honing. Ik krijg ook nog een aantal net gerooide aardappeltjes mee en een zakje met zaadknopjes van de Indische kers waar ik een soort kappertjes van kan maken. Onderweg naar huis mijmer ik na over de dingen die ik heb gezien en die Anja mij heeft verteld en heeft laten voelen. Gek dat het me nu pas te binnen schiet: met haar blonde krullerige halflange haar en haar intens blauwe ogen heeft ze iets weg van de fantasiefiguur van Vladimir Megre, de vrouw Anastasia die de ziel van de planten en bomen kent, die zich voedt met hun vruchten en leeft in harmonie met de natuur in de Siberische taiga.

3 nov. 2015