Mieren

Sinds een aantal weken heb ik een mierennest in de volkstuin. 
Het bevindt zich aan de rand van mijn tuin, maar wel binnen 2 meter van mijn 1000 liter vat, waar ik regelmatig water uit tap voor de gieter. Aan de andere kant is grond van Prorail.
Zodra ik daar even stil sta, klimmen mieren op mijn voeten en been, wat niet zo heel prettig is. Dus ging ik maar even op onderzoek  uit. Ook was ik bezorgd om misschien met een exotische mier te maken te hebben.

Op de website van Peter Boer, vond ik veel informatie. En ook de geweldige service dat je mieren (gevriesdroogd) naar hem op kan sturen en dan mailt hij je gratis welke soort het is. 

Het blijken behaarde bosmieren Formica rufa: http://www.nlmieren.nl/websitepages/FORMICApolyctena_rufa.html

Op mijn vragen over wat te doen, gaf hij me nog wat van zijn ervaring mee:

  • Je kunt de mieren zelf (laten) verplaatsen, of de mieren zelf de keuze laten. Alleen weet je dan nooit waar ze zich daarna zullen vestigen. Ze zijn heel flexibel! 
  • over mijn zorg voor grote nesten: Die enorme nesten vallen bij deze soort in het algemeen erg mee. Maar het is natuurlijk persoonlijk wat je groot vindt. Op zijn site vond ik: 30.000-1.000.000 (rode bosmieren). Dat lijkt me toch wel veel. http://www.nlmieren.nl/websitepages/RODEBOSMIERNESTEN.html

Dus denk ik dat ik ze maar gewoon houd en dan wel met lange broek en dichte schoenen. Want:

  • Mieren in het algemeen hebben een grote rol in het ecosysteem: Er leven op aarde mogelijk 100 biljoen mieren wordt nu beweerd. 10% van de totale dierlijke biomassa op aarde nemen ze in. Ze leven 100 x langer dan wespen en kakkerlakken.
    Er leven vele mierenkolonies onder enkele vierkante meters bodemoppervlak. Ze graven er gangen, ze shovelen de aarde met minerale bestanddelen naar de oppervlakte, ze draineren hun omgeving, ze stellen de airconditioning regelmatig bij, ze regelen de vochthuishouding, enzovoorts. 

    Ze brengen reliëf in de bodem, waardoor verschillen in abiotische omstandigheden ontstaan, waar allerlei planten verschillend op reageren. De bodem rond een mierennest is luchtiger, warmer en vochtiger, waardoor planten er gemakkelijker kiemen en zich sneller en vaak eerder in het jaar ontwikkelen.

    Nogal wat mierensoorten slepen met zaden en verspreiden daardoor talloze plantensoorten.
    Daarnaast houden mieren er ondergrondse en bovengrondse veestapels op na en jagen ze op allerlei organismen die in planten of in of op de bodem leven. Vanwege de hoge dichtheden waarin mieren voorkomen, is de predatie door mieren enorm.

    Doordat elke mierensoort een andere voedselstrategie en neststructuur heeft, heeft dat ook weer zijn effect op het micromilieu van de bodem. Het kan dus niet anders dan dat de vegetatie door mieren wordt beïnvloed. Het is zelfs vaak zo dat vegetatie X op plaats Y voorkomt, omdat mierensoort Z daar leeft en zijn eigen habitat creëert. 
    Uit onderzoek in de woestijn van Arizona blijkt dat als je alle mieren doodt, de plantendichtheid wordt verdubbeld. In een vergelijkbaar onderzoek in Australie bleek dat 15 x. Trekken we deze lijn door, dan zijn mieren van groot belang voor de instandhouding van onze grijze duinen.

  • Het nest bevat een scala aan uiteenlopende organismen, typische en niet-typische mierennestbewoners, waaronder een aantal dat sterk afhankelijk is van de bosmieren.
    In het nest bevinden zich een of veel koninginnen. Klik hier voor meer details.
  • Voedsel: Rode bosmieren foerageren in hun hele territorium. Er zijn altijd ‘verkenners’ onderweg en op zoek naar ideale voedselbronnen. Dat zijn in de eerste plaats bladluizen, in de tweede plaats insectenlarven en verder tal van allerlei dierlijke, soms ook plantaardige organismen. Ook aas wordt met grote regelmaat gegeten. 
    Petal (1978) stelde vast dat in een territorium van 0,27 ha, dat is een derde van een voetbalveld, ruim zes miljoen dieren werden buitgemaakt.
    Onderzoek van Lenoir (2004) toont aan dat nieuwe, eiwitrijke voedselbronnen snel gelokaliseerd worden, tot wel 50 meter van het nest. Als de nieuwe bron is ontdekt, trekt een belangrijk deel van de ‘jagers’ er naar toe. Als dat insectenlarven zijn, zoals vaak het geval, dan is de bron tijdelijk, want de larven zullen spoedig het larvenstadium zijn ontgroeid en wegvliegen. Dus als soort A verpopt is of gewoon ‘op’, moeten de mieren overstappen op een andere bron. Verkenners blijven dus steeds actief.
    Naast mijn tuin staat een grote eik, die ze in ieder geval ook als voedselbron gebruiken. Die eik heeft nog geen last van de eikenprocessierups, mogelijk daardoor? Mijn buxushaag heeft ook nog amper last van de buxusmot. Mogelijk ook door de mieren?
  • Gegeten worden: mieren worden graag gegeten door groene, zwarte en grote bonte specht, kraaiachtigen, gewone pad en rugstreeppad, bepaalde mieren, bepaalde kevers, bepaalde spinnen.
  • Schubmieren, zoals wegmieren en bosmieren kunnen niet steken. Deze mieren bijten en spuiten tegelijkertijd mierenzuur op het bijtplekje. Dat is au! Maar geen steek.

Zulke geweldige beestjes wil ik toch niet kwijt?

Geïnteresseerd geraakt in mieren? Hier vind je echt enorm veel informatie: http://www.nlmieren.nl/
En zelfs tips voor wie op vakantie bijzondere mieren wil zien: vakantiemieren

Ervaar je mieren als overlast? Kijk dan even om welke miersoort het gaat en bekijk de tips op http://www.nlmieren.nl/websitepages/LASTIGE%20MIEREN.html

The following two tabs change content below.

Karla Mulder

Enthousiast over zelf je voedsel verbouwen, permacultuur, met eigen eetbare tuin, volkstuin en boomspiegel. In 2011 begonnen met het platform Eetbaar Nijmegen.